Gemeente wil groenbeheer doen op sportparken (en meer)
De gemeente Midden-Groningen wil in het kader van de harmonisatie van buitensportverenigingen - betreft 13 voetbalclubs, korfbal- en hockeyvereniging - het groenbeheer op deze sportparken voor haar rekening nemen. Ook wil ze van 4 clubs de veldverlichting overnemen. De andere verenigingen maken gebruik van veldverlichting die van de gemeente is. Waarom wil ze dit zelf doen?
"Ten behoeve van gelijkheid is het voornemen de 4 verenigingen aan te bieden dat de gemeente de veldverlichting overneemt. Er zijn 2 redenen om dit te verkiezen boven de optie om alle veldverlichting bij verenigingen onder te brengen. Ten eerste wordt veldverlichting als noodzakelijke voorziening gezien in het kader van veldcapaciteit. Ten tweede schuilt er een risico in verenigingen die mogelijk zelf onprofessioneel onderhoud aan de verlichting verrichten", schrijft het college in een raadsbrief.
Groenbeheer
In eerste instantie wilde de gemeente het beheer van omgevingsgroen overdragen aan de verenigingen. Ze wil hier nu toch een andere invulling aangeven. "De gemeente is met groot materieel in staat om efficiënt het groenbeheer te verrichten op een manier die voor verenigingen lastig is te realiseren. Ten opzichte van 2020 heeft de gemeente stappen gemaakt om het groenbeheer in de gemeente op een hoger niveau te brengen; achterstallig onderhoud is deels ingelopen. De gemeente blijft het groenbeheer op de sportcomplexen verrichten. Conform het algemene beleid worden de complexen op kwaliteitsniveau B bijgehouden. Verenigingen kunnen zelf aanvullend onderhoud verrichten na toestemming van de gemeente."
Ongelijkheid
De afspraken met buitensportverenigingen, die velden van de gemeente huren, worden op dit moment geharmoniseerd. Doel is de ongelijkheid die tussen verenigingen bestaat weg te nemen. "Gelijkheid realiseren voor wat betreft onderhoudstaken aan kleedkamer- en clubgebouwen en veldverlichting. Momenteel hebben sommige verenigingen Recht van Opstal (RvO) op de kleedkamer- en/of clubgebouwen en/of veldverlichting en anderen niet. Verenigingen met RvO financieren zelf hun onderhoud. Voor verenigingen zonder RvO verricht de gemeente het onderhoud, zonder dat hier huurkosten voor in rekening worden gebracht. Er wordt gelijkheid gerealiseerd door het eigendom zo te beleggen dat alle verenigingen dezelfde taken aan opstallen en veldverlichting hebben."
Het college geeft uitvoering aan de harmonisatie binnen het volgende kader:
"We dragen opstallen (club- en kleedkamergebouwen) en groenbeheer (beplanting et cetera naast de velden) in samenspraak zoveel mogelijk over aan verenigingen. We maken samen heldere en eerlijke afspraken over beheertaken. Waar niet verzelfstandigd wordt werken we met een meerjarenonderhoudsplanning en daarop afgestemde onderhoudsbudgetten; gebruikers wordt een kostendekkend huurtarief in rekening gebracht. We willen niet het aantal verenigingen of accommodaties verminderen, echter dient het wel te passen binnen de financiële mogelijkheden. Hierin hebben betrokken verenigingen ook een eigen verantwoordelijkheid. We verrichten de harmonisatie in samenspraak met verenigingen. We willen dat de sportvoorzieningen van voldoende kwaliteit blijven. Als de gemeente bespaart op onderhoudskosten bekijken we samen met de verenigingen de haalbaarheid om te ondersteunen bij onderhoudstaken."
Doel
6 verenigingen hebben al RvO hebben op hun kleedkamergebouw. 10 clubs hebben die al op hun clubgebouw. Doel is de verenigingen die dit nog niet hebben RvO te verlenen op kleedkamer- en clubgebouwen, zodat elke vereniging de onderhoudstaken aan deze opstallen draagt. Met RvO wordt een onderscheid aangebracht in eigendom van de grond en opstallen daarop. De grond blijft eigendom van de gemeente en de opstallen worden eigendom van de verenigingen.
Reële voorwaarden
"Om dit te realiseren worden reële voorwaarden opgesteld waaronder het RvO verleend wordt. In onze opdracht heeft een bouwkundig bedrijf hiervoor inspecties verricht. Er is onderzocht in hoeverre sprake is van achterstallig onderhoud aan de gemeentelijke opstallen én naar de kosten die de gemeente de komende 10 jaar zou hebben aan het onderhouden van deze panden op conditieniveau 3 van NEN 2676. Dit is het conditieniveau dat de gemeente beleidsmatig hanteert voor al haar maatschappelijk vastgoed."
Kleedkamers en clubgebouwen
"Het voornemen is om verenigingen die dit nog niet hebben RvO op de kleedkamers te verlenen zonder hen met de financiële consequenties van achterstallig onderhoud te confronteren. Dit kan betekenen dat de gemeente het achterstallig onderhoud inloopt alvorens RvO wordt verleend of dat de verenigingen een financiële bijdrage ontvangen waarmee zij in staat worden gesteld het achterstallig onderhoud in te lopen. De aanpak bij clubgebouwen is anders omdat het uitoefenen van de sport hier niet van afhankelijk is. Kleedkamers zijn een noodzakelijke voorziening bij een sportveld omdat het aantrekken van sporttenues een cruciaal onderdeel van sport is. Voor clubgebouwen geldt dat niet. Alhoewel wij de meerwaarde van clubgebouwen inzien, kan de sport onverminderd beoefend worden zonder kantinefunctie. Om deze reden is de intentie het achterstallig onderhoud aan clubgebouwen niet in te lopen alvorens er RvO op de clubgebouwen wordt verleend."
Zeggenschap
Recent hebben v.v. Muntendam (in 2022) en ZNC (in 2023) het RvO op hun clubgebouwen verkregen. "Zij wilden dit graag, zodat ze zelf zeggenschap over het clubgebouw hebben en verbouwingen kunnen verrichten. Zij hebben vrijwillig het RvO op hun clubgebouw overgenomen zonder financiële tegemoetkoming."
v.v. Meeden: Uitzonderlijke positie
Voor v.v. Meeden heeft dit voornemen, aldus de gemeente, grote impact. "Zij zijn sinds een jaar met de gemeente in overleg over de staat van hun clubgebouw. Deze vereniging heeft mogelijk een groot probleem als de gemeente hierin geen compensatie biedt. In het vervolg van het project wordt speciaal rekening gehouden met deze uitzonderlijke situatie."
Toekomstperspectief verenigingen
2 verenigingen heben, aldus de gemeente, een slecht toekomstperspectief: v.v. Westerbroek en korfbalvereniging Goorecht. Beide clubs hebben 1 team. "Het gevaar bestaat dat beide verenigingen hun bestaansrecht verliezen als een aantal leden het lidmaatschap opzegt. Westerbroek heeft haar enige team dit seizoen al uit de competitie moeten terugtrekken door een tekort aan spelers." Het doen van (grote) maatschappelijke investeringen hierin wordt door de gemeente als onverantwoord gezien. "Daarom is het voornemen geen grote investeringen te doen in de opstallen van deze verenigingen. Dit betekent dat ze gebruik kunnen blijven maken van de velden, maar dat hun opstallen niet door de gemeente onderhouden worden. Dit lijkt een toekomstonbestendige situatie. We zijn met beide verenigingen in gesprek over de situatie en bekijken oplossingen voor het voortbestaan van de vereniging zonder gebruikmaking van de opstallen."
Meer weten?
Klik HIER en lees de raadsbrief die het college heeft verstuurd.
Eerder bericht: Harmonisatie sportclubs moet realistisch, haalbaar en uitvoerbaar zijn