

College treedt niet handhavend op tegen geluidsoverlast windpark

Het college van B en W van Midden-Groningen heeft het verzoek van Stichting Platform Tegenwind, om handhavend optreden tegen met name de geluidsoverlast van Windpark N33, afgewezen. Dit verzoek werd vorig jaar gedaan. Wethouder Erik Drenth zegt dat het college geen overschrijding kan vaststellen van de geldende geluidsnormen voor windparken, ook niet in de wettelijke zorgplicht.
Drenth verwacht dat de stichting nu naar de rechter stapt. Ze heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing.
Inzetten
Burgemeester en wethouders blijven, ondanks de conclusie dat er geen grondslag is voor handhavend optreden, zich inzetten om de ervaren hinder te verminderen.
Laagfrequent geluid
"Juridische handvatten zijn echter momenteel niet voorhanden. De ervaren hinder wordt voornamelijk veroorzaakt door laagfrequente tonale geluiden. Voor laagfrequent geluid gelden geen specifieke wettelijke normen; zolang het totale geluidsniveau onder de wettelijke maxima blijft, is de ervaren overlast dus niet tegen te gaan."
Zorgen
Drenth heeft begin deze maand met de Werkgroep Geluidsoverlast Dorpscoöperatie Meeden gesproken. Daarin heeft de wethouder duidelijk gemaakt dat het college achter de zorgen blijft staan die in het dorp leven. "Ook heeft het college in dat gesprek aangegeven bij te willen dragen aan een onderzoek naar de milieueffecten van de windmolens, die ook in de commissie voor bezwaarschriften aan de orde geweest is."
Oplossingsrichting
Het college blijft verder in gesprek met de exploitanten en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat met als doel een gezamenlijke oplossingsrichting om de geluidsoverlast verder terug te dringen.